Nederlands: Vocabularium, ofte Woordenboek, in 't Duytsch en Maleys. Eertijds gecomponeerd en uyt-gegeven door den Eerw. D. Casparum Wiltens ende Sebastianum Danckaerts. Ende nu (met meer dan drie duysent so woorden als manieren van spreken) vermeerdert uyt de schriften van den E.E. Jan van Hasel ende Albert Ruyl, door Justum Heurnium, t' Amsterdam. 1650
http://www.dbnl.org/tekst/aa__001biog05_01/aa__001biog05_01_0108.php#d0108
DANKAARTS (Sebastiaan), werd in 1618 predikant te Amboina en verbleef daar tot in 1622, in welk jaar hij verzocht om naar het vaderland te mogen gaan. In 1624 weder teruggekeerd, werd hij beroepen te Batavia en verbleef aldaar tot aan zijn dood, die den 3den April 1634 plaats had, nadat hij reeds in 1631 zijn ontslag had gevraagd.
De hervormde kerk in Indië heeft aan dezen man de grootste verpligting. Toen hij in 1623 naar het vaderland was gekomen, om met de Nederlandsche kerk de beste schikkingen te maken ter regeling van de Indische, werd hij gevolmagtigd tot het vervaardigen van eene kerkorde voor dezelve, welke van de synoden overgenomen, door de Oost-Indische maatschappij goedgekeurd en naar Oost-Indië, ten jare 1624, overgezonden, reeds in October van het jaar 1625 te Batavia werd ingevoerd. Behalve daardoor, maakte hij zich verdienstelijk door de uitgave van een Nederduitsch-Maleisch woordenboek, zamengesteld door Ds. Casparus Wiltens, hetwelk hij overzag, een Maleisch-Nederduitsch woordenboek en eene grammatica er aan toevoegde, welk een en ander door hem werd uitgegeven onder den titel:
Vocabularium, ofte Woord-boeck, nae ordre van den Alphabet in 't Duytsch-Maleysch ende Maleysch-Duytsch. Alsmede eenighe Grammaticale observatien, 's Hage 1623.
In 1631 werd dit werk in het Latijn vertaald en te Rome
[p. 57]
uitgegeven. Een verbeterde herdruk er van verscheen onder den titel:
Vocabularium, ofte Woordenboek, in 't Duytsch en Maleys. Eertijds gecomponeerd en uyt-gegeven door den Eerw. D. Casparum Wiltens ende Sebastianum Danckaerts. Ende nu (met meer dan drie duysent so woorden als manieren van spreken) vermeerdert uyt de schriften van den E.E. Jan van Hasel ende Albert Ruyl, door Justum Heurnium, t' Amsterdam. 1650. Nogmaals vermeerderd en verbeterd in 1677, te Batavia uitgegeven, en andermaal in 1708 terzelfder plaatse, door Petrus van der Vorm.
Hij was in de kennis van het laag Maleisch zoo gevorderd, dat hij den Catechismus, benevens eenige formulieren, in die taal kon overzetten. Zijn berigt over den geestelijken toestand der Amboineezen (bij Valentijn, D. III. St. I. bl. 38-40), is hoogst merkwaardig; ook hield hij te Amboina scholen, alwaar de kinderen tweemaal daags in de Nederduitsche taal werden onderwezen.
Zie Valentijn, Oud en Nieuw Oost-Ind., D. III. St. I. bl. 36-57, 47, D IV. St. II. bl. 8, 12, 13, 15, 17, 114, 115, 125; de Hollander, Handl. bij de beoefening der Maleische Taal en Letterk., 2de druk, bl. 345; Ypey en Dermout, Geschied. der Nederl. Herv. Kerk., D. II. bl. 317, Aanteek. bl. 217; Kronijk van het Hist. Genootsch., D. IV. bl. 234; Buddingh, Naamlijst der Predik. in Neêrl. Oost-Indië, bl. 1, 4, 20.