In den persoon van de koning, die met onbuigzamen wil zichzelf en de mensheid meester moet kunnen blijven, zal een ieder het noodlot met zijn mysterieuse wegen moeten zien. Niemand zal weten, welk doel de koning met zijn beschikking beoogt en daarom zal niemand het wagen zich op onbekende paden te begeven.
Van zelfspekend moet de koning een denkvermogen bezitten, dat in bekwaamheid berekend is voor de volbrenging van het regeerplan. Om deze reden zal geen koning den troon bestijgen, dan nadat hij door wijzen dartoe na onderzoek bekwaam zal worden geacht.
Opdat het volk hem zal kennen en hem zal liefhebben, is het onvoorwaardelijk nodig, dat de koning het volk toespreke op openbare plaatsen. Dit zal de noodzakelijke saamhoriģheid verzekeren tussen de twee machten, die thans door ons toedoen door wantrouwen en terreur zijn verdeeld.
Deze terreur is voor ons onmisbaar tot op het tijdstip dat beide machten elk afzonderlijk in onzen macht zijn gekomen.
De koning der joden mag geen slaaf zijn van hartstochten, in het bijzonder niet van zinnelijkheid. Op geen enkel gebied mag hij dierlijke instincten macht laten uitoefenen op zijn denkvermogen. Zinnelijkheid desorganiseert meer dan wat ook het verstandelijke en het helder inzicht vermogen en leidt de gedachten naar de slechtste en dierlijkste kanten van het menselijk doen.
De steunpilaar van het mensdom in den persoon van den oppersten heer der wereld van het heilige zaad van David moet voor zijn volk alle persoonlijke neigingen opofferen.
Onze opperste heer moet van een voorbeeldige onbesprekenheid zijn.
Djelaslah disini bahwa suatu bangsa tua jang berlambang Radja David, pada satu ketika, akan menjerahkan Pimpinan Dunia kepada bangsa baru jang mereka beri lambang „den oppersten heer der wereld van het heilige zaad van David” atau dalam term
55
